Paul De Meyer

Opleiding architectuur aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen (1938-1944)

Paul De Meyer wordt vaak verbonden met Léon Stynen, die zijn vroegere leraar was aan de Antwerpse Academie en later zijn vennoot. De Meyers inbreng binnen het bureau mag weliswaar niet onderschat worden. Hij startte eerst als zelfstandig architect in Lier, waar hij een twingtigtal kleinere projecten uitvoerde. In de jaren 1940 kreeg hij van Stynen de opdracht tot het in kaart brengen van de urbanisatie van Schoten en werd hij belast met de realisatie van het kantoorgebouw Meir Center Building in Antwerpen (1947-1948). Nadien, van 1950 tot 1964, had De Meyer de dagelijkse leiding over het bureau, dat toen werd uitgebreid met nieuwe medewerkers zoals Bresseleers en Meekels. Het bureau realiseerde talrijke gerenommeerde projecten, bijvoorbeeld het Casino van Oostende (1948-), het appartementsgebouw De Zonnewijzer in Antwerpen (1955) en deSingel in Antwerpen (1960-). Deze gebouwen vormen de uitdrukking van een rationeel modernisme, met aandacht voor een bouwfysisch volmaakte uitvoering. Enkele projecten die enkel door De Meyer zouden zijn gerealiseerd, zijn bijvoorbeeld het flatgebouw Riverside Tower (1968-) en de latere fasen van het Conservatorium en kunstencentrum deSingel in Antwerpen (1970-). Na 1977 trad er een typologische en stilistische verscheidenheid op in zijn oeuvre.
De Meyer speelde daarnaast een belangrijke rol binnen de Antwerpse architectuurcultuur als docent aan de Antwerpse Academie vanaf de late jaren 1940. Hij gaf vormleer, boetseren en bouwkundige maquette. De ideeën van zijn grote voorbeeld, Le Corbusier, gaf hij in zijn lessen aan zijn leerlingen door.