Cornelius Sol

Cornelius Sol was als Nederlander in hoofdzaak actief in Antwerpen en Lier. Na studies aan de Academie van Berchem en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, vestigde hij zich als architect in Lier. Zijn vroeg oeuvre getuigt van een sober eclecticisme. Hij was daarna actief betrokken bij de wederopbouw van Lier tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, en realiseerde volkshuisvesting, zoals woningen in de tuinwijk Pallieter (1922) en de verkaveling Bogaertsvelden (1925). Zijn stijl evolueerde tijdens de jaren 1920 tot nieuwe zakelijkheid, met invloeden van art deco en Frank Lloyd Wright. Een voorbeeld hiervan is de woning van Boeckel in Lier (1926). In de late jaren 1920 en vroege jaren 1930 werkte Sol samen met de Antwerpse architect Raymond Ceurvorst. Dit leidde tot realisaties als de herinrichting van het café Hulstkamp in Antwerpen (1931) en het paviljoen De Dekoratieve Kunsten op de Antwerpse wereldtentoonstelling van 1930, met art decomeubilair naar hun ontwerp. Zijn latere realisaties kregen gestalte in een eerder sobere stijl, zoals bijvoorbeeld de woningen Haesenbroekx (1933) en Quisenaerts (ca. 1934).