Karel Verlat

Schilder; leerling van Wappers, De Keyser en Jozef Lies. Hij stond aangeschreven als iemand met vakkennis en scherp waarnemingsvermogen, als een uitstekend 'kolorist' en tekenaar.Na een lang verblijf in Parijs en Weimar en een lange rondreis doorheen Egypte, Palestina, Israël,... (1875-1876) keerde Verlat naar Antwerpen terug op uitnodiging van A. Van Soust de Borckenfeld, inspecteur-generaal voor Schone Kunsten bij het ministerie van binnenlandse zaken, om leraar in de schilderkunst te worden aan de Academie, met de belofte dat dit leraarschap een springplank zou zijn naar het directeurschap. Tegelijk met deze benoeming werd Verlat door de minister gevraagd het probleem van het kunstonderwijs in de Academie te bestuderen. In 1879 werd officieel een commissie tot hervorming van de Academie ingericht; Verlat zou hierin zetelen ter vervanging van De Keyser (die wegens gezondheidsredenen ontslag nam). Het hervormde programma van de Academie en het nieuwe Hoger Instituut werd in eerste instantie door alle leden van de commissie goedgekeurd, maar Verlat zou hier later op terugkomen omdat het onderwijs aan de Academie (door het overhevelen van de vakken 'uitdrukking en samenstelling' naar het Hoger Instituut) te veel in waarde verminderde - het plan werd echter onveranderd uitgevoerd. In 1879 stelde Verlat een praktische nota op over het onderricht in het tekenen, de verbetering van het schoolmateriaal, de aanpassing van de lesuren en de wijze waarop de lessen aan de Academie gegeven dienden te worden (Plan général des études à l'Académie Royale d'Anvers et des réformes à introduire dans les cours de dessin et de peinture). De tekenlessen vormden volgens hem de basis van de kunststudies, de grondslag van elke specialisatie en genre.