Maarten Van Severen

Maarten Van Severen studeerde tussen 1975 en 1979 architectuur aan het Sint-Lucasinstituut te Gent. In 1982 werkte hij in het kader van het Containerproject i.s.m. architect F. De Ceuninck. Hij werkte gedurende tweejaar voor Architectenbureau Stoop te Gent voor hij zich als autodidact toelegde op meubelontwerp. In 1985 had hij een residentie in Japan. Sinds 1985 ontwerpt hij meubels in eigen atelier. Sinds 1987 produceert hij semi-industriële series. Vanaf 1989 voert hij een aantal projecten uit i.s.m. Surplus & Partners te Gent. Sinds 1994 worden zijn ontwerpen industrieel geproduceerd. Zijn meest succesvolle ontwerp is de stoel .03, geproduceerd door het Zwitserse meubelbedrijf Vitra. Daarnaast is hij vooral bekend voor zijn inbreng in twee woningen van het Nederlandse architectenbureau van Rem Koolhaas, Office for Metropolitan Architecture (OMA), namelijk een in Floirac (FR) (ca. 1997-1998) en de Villa Dall'Ava (ca. 1991) in Parijs (FR). Het 'keukenpaviljoen' van de traiteurszaak van de broers Boxy (2000-2005) in Sint-Martens-Latem was zijn eerste en laatste eigen architectuurproject.

In 1992 werd het ontwerp 'A-tafel' geselecteerd voor INTERIEUR 92 en won hij de prijs ' Design for Europe' van het Ministerie van Economische Zaken voor zijn stoel 'Chair no. II'.
Hij nam deel aan de tentoonstellingen ' Design made in Belgium', 'Minimal Design' en 'De Paviljoenen' tijdens INTERIEUR 94. In 1996 nam hij deel aan de tentoonstelling 'De Kamer van nonkel Gilbert', voorgesteld door VIZO tijdens INTERIEUR 96. Datzelfde jaar won hij een 'Henry Van de Velde Prijs'. In 1998 ontving hij de Vlaamse Cultuurprijs voor Vormgeving, werd hij benoemd tot cultureel adviseur van Vlaanderen en nam hij deel aan INTERIEUR 98. Hij maakte deel uit van het bestuur van de Stichting Interieur vzw te Kortrijk van 2000 tot 2005.

Sinds 1999 werkte Maarten Van Severen voor de productie van zijn meubelen samen met Top Mouton.

Hij ontwierp meubels en verlichting voor Light, die o.a. de verlichtingslijn 'U-Line' produceerde. Hij werkte ook samen met o.a. Vitra, Bulo, Obumex, Edra, TM, Kreo, Kartell, Durlet en Handtuft Vera Vermeersch.
Voor het nieuwe Van Abbenmuseum in Eindhoven ontwierp hij delen van het interieur. Samen met Boss Paints ontwikkelde hij van de muurtechniek 'Blue Ice'.

Na zijn dood in 2005 brachten verschillende producenten, waaronder Vitra, Pastoe en When Objects work ontwerpen van hem uit.