Organisatie, Atelier Calders & Zoon

Het glazeniersatelier Calders & Zoon werd geleid door vader en zoon Calders, namelijk Frans en Oscar. De zoon van Oscar, Armand, was actief in het atelier van 1964 tot 1975 als ontwerper, uitvoerder en restaurateur.

Het atelier hield zich in hoofdzaak bezig met glasramen, maar produceerde daarnaast ook mozaïeken en luchters. In de jaren 1930 realiseerde het atelier enkele grote restauratieprojecten, onder andere in de Antwerpse kathedraal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de hoofdactiviteit de uitname en opberging van glasramen in de provincie Antwerpen. Na 1945 waren de projecten divers: conservatie, restauratie, en nieuwe ontwerpen.

De stilistische nadruk lag sinds de jaren 1920 op art deco, wat tot uiting kwam in ondermeer een appartementsgebouw van architect Jan De Vroey aan de Mechelsesteenweg in Antwerpen, de woning Wieme in de Jozef Posenaerstraat in Borgerhout (1936) en het gemeentehuis van Merksem. Toen Oscar vanaf 1939 aan de leiding kwam, verschoof de nadruk naar een modernistische stijl. In hoofdzaak werden ontwerpen gerealiseerd van Louis-Charles Crespin en nadien van Maurice Hizette. Een andere realisatie is het glaswerk voor de Onze-Lieve-Vrouw van Dijlekerk in Mechelen naar aanleiding van de restauratie door architect Lauwers (1962-1968).